Overlijden en de aansprakelijkheid van betrokkenen

Aansprakelijkheid in combinatie met overlijden klinkt misschien wat luguber, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Natuurlijk is het mogelijk dat je te maken hebt met een schuldige wanneer iemand overleden is (in het geval van een niet-natuurlijke dood). 

Maar: er zijn nog andere manieren om aansprakelijk te zijn wanneer iemand overlijdt. Zo kun je aansprakelijk zijn voor de bezittingen of de schulden die een overledene achterlaat. In dit artikel vertellen we je meer over overlijden en de aansprakelijkheid van diverse betrokkenen.

Schuldige aansprakelijk stellen na overlijden van geliefde

Het is niet gek dat je bij aansprakelijkheid na overlijden in eerste instantie denkt aan een schuldige die verantwoordelijk is voor het overlijden van een persoon. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat iemand bij een verkeersongeval omkomt waar een ander verantwoordelijk voor is. Ook kan er sprake zijn van doodslag of moord; hoewel het aantal gevallen van moord en doodslag de laatste jaren stabiel is, gebeurt het wel nog steeds. De kans is groot dat je na het overlijden van een geliefde door de schuld van een ander niet in de juiste gemoedstoestand bent om de aansprakelijke partij aan te spreken.

Toch is het wel belangrijk om dat zo snel mogelijk te doen. Het overlijden van iemand om je heen kan namelijk grote financiële gevolgen hebben. Door direct stappen te ondernemen om de schuldige aansprakelijk te stellen en zo een schadeclaim in te dienen, is de kans groter dat je schadevergoeding krijgt. Ook zonder een strafrechtelijke oorzaak is de kans hierop reëel. Iemand kan bijvoorbeeld overlijden door een ongeval op werk of door een fout van een arts op de operatietafel. De overledene heeft hierbij niets meer aan een schadevergoeding, maar zijn of haar partner en kinderen wel. Er zijn vier soorten schade waarvoor zij een vergoeding kunnen krijgen: derving van levensonderhoud, uitvaartschade, affectieschade en shockschade.

Vergoeding voor de derving van levensonderhoud

In de Nederlandse wet is het zo geregeld dat alleen de echtgenoot van de overledene en minderjarige kinderen in aanmerking komen voor een schadevergoeding voor de derving van levensonderhoud. Zij kunnen gebruik maken van de wettelijke onderhoudsplicht. Andere bloedverwanten hebben alleen recht op een vergoeding wanneer ze kunnen aantonen dat ze zichzelf financieel gezien niet kunnen onderhouden.

Schadevergoeding voor kosten van begrafenis of crematie

Daarnaast moet een schuldige of aansprakelijke de kosten voor een begrafenis of crematie betalen. Hierbij gaat het om de standaard kosten van het begraven of cremeren zelf, maar ook om rouwkosten, kosten voor de kist, kosten voor de kaarten et cetera. Het is goed om te weten dat het gaat om kosten voor een voor de overledene normale begrafenis of crematie. Het kan niet zo zijn dat er in zo’n geval ineens flink wordt uitgepakt terwijl de overledene bijvoorbeeld een sober leven leidde.

Vergoeding voor affectieschade

Ook wordt er gekeken naar affectieschade. Dat is de schade die iemand ondervindt wanneer hij of zij iemand heeft verloren waarmee hij of zij een band had. Omdat het een discutabel onderwerp is, zijn de bedragen voor dergelijke schade vastgelegd. Een rechter kan deze bedragen bijvoorbeeld ook niet verhogen of verlagen. Een echtgenoot heeft in zo’n geval bijvoorbeeld recht op € 17.500 bij overlijden en € 20.000 bij overlijden door een misdrijf. Deze vorm van schade is nog maar sinds 2019 wettelijk beschikbaar.

Schadevergoeding voor shockschade

Tot slot kun je ook last krijgen van psychische schade, oftewel shockschade, wanneer iemand in je omgeving overlijdt. Dit is meestal het geval wanneer je getuige bent geweest van een ongeluk met dodelijke afloop of een ander dodelijk ongeval. Om in aanmerking te komen voor de schadevergoeding voor shockschade moet er bewezen worden dat je een geestelijk letsel door shock hebt opgelopen en dat je een affectieve relatie hebt met degene die overleden is bij het ongeval. 

Aansprakelijkheid bij overlijden: het testament

Naast het aanwijzen van een schuldige bij het overlijden kan er dus nog op een andere manier gebruik worden gemaakt van aansprakelijkheid wanneer iemand overlijdt. Als iemand doodgaat, verdwijnen zijn of haar bezittingen niet. Deze bezittingen gaan volgens de wet naar erfgenamen, tenzij dat anders aan is gegeven in een testament. In zo’n testament kunnen de meest uiteenlopende wensen worden gezet. Je kunt er bijvoorbeeld inzetten dat je je geld aan een goed doel wil geven wanneer je overlijdt en dat je bepaalde waardevolle spullen achter wil laten aan je kinderen of aan andere erfgenamen. Wanneer je geen testament opstelt, zal de wet bepalen wie de erfgenamen van de overledene zijn.

Hierbij wordt er eerst gekeken naar een echtgenoot of geregistreerd partner en de kinderen en kleinkinderen van de overledene. Daarna zijn de ouders, broers en zussen en eventueel kinderen van broers en zussen aan de beurt. Op de derde plek staan de grootouders en hun kinderen en op de vierde plek komen overgrootouders en hun kinderen aan de beurt. Het is goed om te weten dat er bij het opstellen van zo’n testament een grote aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid rust op de notaris. Mocht er een erfdeel missen dan kan de notaris zelfs aansprakelijk worden gesteld (mits het bewijs ervoor is). Daarnaast kan de notaris ook worden aangesteld als executeur. Dit kan ook een erfgenaam zijn; iets wat vaak gebeurt. Hij of zij is degene die de erfenis correct moet afhandelen.

Wat vind jij hiervan?
Kasper, Overlijdensrisicoverzekering Expert